Tips

Alle kringlooplandbouwtips verzamelt

JANUARI

Hier de tips van januari

TIP 1 Bestijdt mollen Bestrijdt mollen nu ze boven in de grond zitten, in het voorjaar zult u hier al plezier van hebben!
TIP 2 Fosfaat aanvoer Hoeveel fosfaat gaat u dit jaar aanvoeren? Stel op basis van de KringloopWijzer van vorig jaar een ambitieus krachtvoer(fosfaat)budget.
TIP 3 Onderhoudt machines Zorg dat machines goed zijn onderhouden, messen geslepen, zodat alles klaar is voor het nieuwe seizoen.
TIP 4 Maak bemestingsplan Mest kan net als geld maar één keer uitgeven worden. Voorkom dat er eind augustus nog veel mest in de kelder zit. Maak nu het bemestingsplan, houdt rekening met weide en maaipercelen en met hoog en en laag stikstofleverevend vermogen.
TIP 5 Neem mestmonster Neem nu een mestmonster en vergeet niet spoorelementen als Koper en Selenium mee te nemen. Op basis van de gehaltes kan een beter bemestingsplan worden gemaakt.
TIP 6 Bereken bemesting Bereken de bemesting per perceel. Zo kunt u zo effectief mogelijk bemesten en  zoveel mogelijk ruwvoer van eigen grond te halen.

FEBRUARI

Hier de tips van februari

TIP 1 Bemest boven 8 graden Wacht met bemesten totdat de bodemtemperatuur minimaal 8 graden is. Zo spoelen mineralen niet uit en kunnen dan beter door het gewas worden opgenomen.
TIP 2 Mais of alternatief Is mais altijd het beste gewas in uw bouwplan? Overweeg eens de teelt van voederbieten of granen.
TIP 3 Bemest in 2 keer Al vroeg mooi weer om te bemesten? Overweeg de gift dan op te delen in twee keer.
TIP 4 Bemest met sleepslang Ga nooit onder natte omstandigheden met zware machines het land in. Overweeg sleepslangen voor een betere benutting van stikstof en fosfaat en minder structuurschade.
TIP 5 Bespreek kuiluitslagen Bespreek de kuiluitslagen met uw adviseur. Wat zegt dit over de bemesting in het voorjaar? Waar moet volgend jaar op gestuurd worden?

MAART

Hier de tips van maart

TIP 1 Controleer kavelpaden Controleer de kavelpaden en drinkwatervoorziening voor het komende weideseizoen.
TIP 2 Opbrengstbepalingen Investeer in opbrengstbepalingen voor grasland om beter inzicht te krijgen in uw resultaten.
TIP 3 Kunstmeststrooier afstellen Het is nu het moment om de kunstmeststrooier goed af te stellen voor een beter strooiresultaat.
TIP 4 Kunstmest benutten Hoeveel Ruw eiwit streeft u na in de voorjaarskuil? Bemest de kunstmest niet te vroeg!
TIP 5 Mest met water Rijd dierlijke mest uit met extra water voor een betere benutting: 33% water voor de voorjaarsbemesting en tot 50% in de zomer.
TIP 6 Wiedeggen Wiedeggen in het voorjaar om de zode te laten uitstoelen.
TIP 7 Drones en GPS Door te werken met drones en GPS kan er plaatsspecifiek gewerkt worden voor een betere benutting.

APRIL

Hier de tips van april

TIP 1 Stikstofbemesting Bij teelt van maïs op gescheurd grasland is geen stikstofbemesting nodig. Er kan dus bespaard worden op bemesting op maïsland en gebruikt worden op grasland.
TIP 2 Vroeg weiden Begin vroeg met weiden zodat u met de koeien al groeitrappen creërt waardoor de beweiding gemakkelijker verloopt.
TIP 3 Kies maïsras Kies voor een vroegrijp maïsras voor een betere voederwaarde, meer oogstzekerheid en grotere kans op een succesvol vanggewas in het najaar
TIP 4 Maaier afstellen Zorg voor een goede afstelling van de maaier (6-7 cm), voor een snellere hergroei en meer grasopbrengst per hectare.

MEI

Hier de tips van mei

TIP 1 Bepaal maaimoment Bepaal het ideale maaimoment voor uw bedrijf. Zijn VEM en RE belangrijk (vroeg maaien) of opbrengst en meer structuur (laat maaien)?
TIP 2 Maaien of weiden? Bedenk of u de tweede snede wilt gaan maaien of weiden. Bepaal hoeveel drogestof de koeien eten en dus hoeveel land nodig is.
TIP 3 Opbrengst eerste snede Is de opbrengst van de eerste snede hoger dan verwacht? Overweeg dan een deel van het gras in balen te stoppen zodat de voersnelheid behouden blijft.
TIP 4 Afstellen schudder Minder Ruw As in de kuil kan wanneer de schudder en hark goed zijn afgesteld. Dit zorgt voor smakkelijker voer een hogere voederwaarde.
TIP 5 Bemesting en weer Beperk ammoniakemissie door te bemesten bij windstil, bewolkt en regenachtig weer en verdun mest met water voor meer voer en minder emissie.

JUNI

Hier de tips van juni

TIP 1 Mest met water Verdun drijfmest met water, dit zorgt voor minder emissie van ammoniak, transport van de ingrediënten naar de plant en geeft de plant extra water.
TIP 2 Gras onder maïs Zaai nu gras onder maïs om uitspoeling van mineralen nog verder te beperken en het organische stofgehalte te verbeteren.
TIP 3 Vroeg weiden Begin vroeg met het weiden van jongvee om ze tijdig te leren grazen.
TIP 4 Optimaal rantsoen Partijen gras verschillen van elkaar maar zijn later goed te combineren tot een optimaal rantsoen. Zorg er bij de opslag voor dat dit ook mogelijk is.
TIP 5 Grashoogte meten Maak regelmatig een farmwalk met een grashoogtemeter en controleer tevens het grassenbestand.
TIP 6 Contoleer bandendruk Controleer bandendruk van loonwerkers tijdens werkzaamheden.
TIP 7 Beweidingssysteem kiezen Kies uw beweidingssysteem consequent, óf roterend standweiden óf omweiden met een korte omweide tijd (max 2 dagen/perceel).

JULI

Hier de tips van juli

TIP 1 Voldoende energie Wanneer de koeien buiten lopen is nauwelijks een eiwitaanvulling nodig. Zorg voor voldoende energie bij het eiwitrijke gras.
TIP 2 Schop in de grond Steek de schop in de grond en voer een Bodemconditiescore uit.
TIP 3 Mestgif kiezen Op percelen die u nog wilt maaien kunt u het best maximaal 15 kuub bemesten, bij weiden is het beter om 50 kg KAS te gebruiken voor jong vers gras.
TIP 4 Gras-klaver zaaien Overweeg gras-klaver. Klaver kan stikstof uit de lucht binden en afgeven aan het gras. Er is minder kunstmest nodig en het zorgt voor een hoger eiwitgehalte.
TIP 5 Inschaarmoment Probeer de melkkoeien in te scharen bij 1700 tot 2200 kg drogestof voor het meeste rendement.

AUGUSTUS

Hier de tips van augustus

TIP 1 Energie of eiwit? Bepaal hoeveel ruwvoer nu op het bedrijf aanwezig is en schat in hoeveel nog geoogst gaat worden. Koop tijdig meer energie of eiwit aan.
TIP 2 Stop met bemesten Voorkom te eiwitrijk herfstgras door tijdig te stoppen met bemesten.
TIP 3 Doorzaaien Het doorzaaien van percelen met een te laag aandeel goede grassen of een te open zode kan het beste in het najaar.
TIP 4 Ridderzuring bestrijden Ridderzuring kan het beste na een maaisnede bestreden worden als deze in de groei is.

SEPTEMBER

Hier de tips van september

TIP 1 Weidt lang Benut het laatste weidegras optimaal door lang te weiden, hiermee kan krachtvoer bespraard worden en zijn er minder herfstkuilen die vaak moeilijk in het rantsoen passen.
TIP 2 Gewenning winterrantsoen De overgang van zomerrantsoen naar winterrantsoen vraagt gewenning van de koe. Geef de koeien een gewenningsperiode van 14 dagen voor een optimale overgang.
TIP 3 Mesopslag nodig? Moet u nu nog mest uitrijden om voldoende opslag voor de winterperiode te hebben? Investeer dan in meer mestopslag.
TIP 4 Grasland rollen Door nu grasland te rollen, zijn engerlingen en meikevers te bestrijden.
TIP 5 Vanggewas inzaaien Zaai een vanggewas vroeg in, zodat er veel stikstof kan worden vastgelegd. Bovendien zorgt het voor meer organische stof, draagkracht en vochthoudend vermogen.
TIP 6 Najaarsgras drogen Overweeg een deel van het najaarsgras te laten drogen om het eiwit beter te benutten.

OKTOBER

Hier de tips van oktober

TIP 1 Groenbemester zaaien Trek het land na de maïsoogst los en zaai zo snel mogelijk een groenbemester in. Dit zorgt voor minder uitspoeling, verbetert de structuur en de organische stof opbouw van de bodem.
TIP 2 Maisoogst bepalen Zorg dat de mais aansluit bij de partijen gras die reeds gewonnen zijn. Is er behoefte aan tragere energie, oogst dan een rijpere mais.
TIP 3 Voer energie bij Voer energie bij, zodat het eiwitrijke herfstgras goed benut kan worden.
TIP 4 Teeltplan Alweer vastgereden bij de maisoogst? Overweeg andere teelten of vroegere maisrassen.
TIP 5 Klopt Ca/P verhouding Klopt de CA/P verhouding in het winterrantsoen?  Geadviseerd wordt 1,7 calcium op 1 fosfor.
TIP 6 Plan voordeel Hoeveel voordeel wilt u met de KringloopWijzer halen? Maak met de voerleverancier een plan en neem gezamenlijk verantwoordelijk voor het te bereiken resultaat.
TIP 7 Voorkom vorstschade Streef om het gras met 7-8 cm de winter in te laten gaan om vorstschade te voorkomen.

NOVEMBER

Hier de tips van november

TIP 1 Onderhoudsbekalken Breng deze maand de pH van de percelen weer op niveau (tussen 5 en 6) met onderhoudsbekalking. Dit bevordert de biologische activiteit en daarmee het beschikbaar komen van mineralen.
TIP 2 Hoe melkt uw rantsoen? Hoe melkt uw rantsoen? Houdt de eiwitgehalten in verhouding met de fosforgehalten van uw grondstoffen goed in gaten.
TIP 3 Eigen ruwvoer Zorg dat uw eigen ruwvoer niet wordt verdrongen met (duur) krachtvoer. Voer zo weinig mogelijk krachtvoer in de melkstal en benut deze kilo’s bij de verse koeien via de automaat.
TIP 4 Reken met kg meetmelk Reken met kilogrammen meetmelk, van nature geeft een koe met korter wordende dagen minder literes met hogere gehaltes.
TIP 5 Optimaal basisrantsoen Vergelijk welke partijen eigen ruwvoer u heeft zitten en maak een plan hoe deze beter te combineren tot een optimaal basisrantsoen.

DECEMBER

Hier de tips van december

TIP 1 Maak winterfamwalk Maak eens een winterfarmwalk om te zien hoeveel gras er nog staat, overweeg wintergrazen (bijvoorbeeld met schapen of pinken) bij meer dan 12 cm gras.
TIP 2 Koeien en fosfaatruimte Door aandacht te besteden aan het vervangingspercentage, afkalfleeftijd en het rantsoen kunnen meer koeien gemolken worden binnen dezelfde fosfaatruimte.
TIP 3 Organische mest Is er nog aanvoer van organische mest mogelijk? Voer dan compost aan voor het verbeteren van de bodemvruchtbaarheid.
TIP 4 Goede ontwatering Plassen op het land? Zorg voor een goede ontwatering, graaf geultes, maak greppels open en voorkom zo schade aan uw percelen.
TIP 5 Vervangingspercentage bepalen Wat word het vervangingspercentage? Ofwel hoeveel vaarskalveren gaan er komend jaar aangehouden worden?

Deze tips zijn een aanvulling op de Kringloopkalender voor de Utrechtse melkveehouderij. Uitgegeven door gebiedscoöperaties Utrecht-West en O-gen.